Wereldborstvoedingsweek
In (noodzakelijke) situaties is borstvoeding een belangrijke en voedzame bron van voedsel. Tijdens deze kritieke periode van groei en ontwikkeling beschermen de antilichamen in de moedermelk baby’s tegen ziektes en het vermindert het risico op bepaalde soorten kankers en niet-overdraagbare ziektes bij de moeder.
Daarom vierde de World Alliance for Breastfeeding Action (WABA) van 1 tot 7 augustus de Wereldborstvoedingsweek. Ze doen dit jaarlijks om het bewustzijn rond borstvoeding te vergroten. Voornamelijk moeders in de kwetsbare groepen hebben deze extra ondersteuning nodig. Zo zou de borstvoedingskloof gedicht kunnen worden. Dat is de reden waarom dit jaar het internationale thema “Closing the gap: Steun voor borstvoeding voor iedereen” is.
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie heeft borstvoeding voordelen voor de baby (bv. minder risico op infectieziekten en wiegendood), de moeder (bv. minder bloedverlies en een kleinere kans op postnatale depressie) en zelfs voor de maatschappij (bv. kleinere ecologische voetafdruk en geen economisch verlies door minder kans op sterfte).
Het aantal kinderen dat borstvoeding krijgt, is wel met 10% gestegen. 48% van de baby’s krijgt deze gezonde start in hun leven. In 2025 zou men dit aantal graag willen verhogen tot 50% of meer. Hiervoor moeten er dan nog enkele uitdagingen aangepakt worden.
Het is een gedeelde verantwoordelijkheid opdat vrouwen hun kinderen moedermelk geven. Wanneer ze zich beschermd en ondersteund voelen, is die kans twee keer zo groot. Hoewel er naar schatting meer dan de helft van de wereldbevolking geen volledige dekking hebben van essentiële gezondheidszorg. Dit betekent dat vrouwen niet de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben om hun kinderen borstvoeding te geven. Onder deze ondersteuning verstaan we toegang tot goed opgeleid, empathisch en een respectvol gezondheidsadvies, maar ook een begeleiding tijdens het hele borstvoedingstraject van een vrouw.
Ook de werkplaats speelt een belangrijke rol, vermits veel vrouwen terug aan het werk gaan gedurende deze cruciale eerste zes maanden. In de Codex welzijn op het werk wordt in art. III.1-62 specifiek bepaalt dat de werkgever een onopvallend gesloten lokaal dient ter beschikking te stellen aan werkneemsters die borstvoeding geven zodat zij effectief borstvoeding aan het kind kunnen geven of melk kunnen kolven en deze hygiënisch kunnen bewaren. Het lokaal dient ook de mogelijkheid om zich te wassen te voorzien.
Er wordt verder gewezen op het belang van betrouwbare gegevensverzameling zodat ongelijkheden in de gezondheidssector kunnen aangepakt worden. Als we vooruitgang willen boeken, moeten er gegevens beschikbaar zijn over:
- Beleidsmaatregelen die borstvoeding mogelijk maken, bv. gezinsvriendelijke werkgelegenheid, borstvoedingspauzes;
- Regulering van de marketing van vervangingsmiddelen voor moedermelk;
- Investeringen in borstvoeding.
Aan de hand van deze gegevens kan men betere beslissingen nemen, de effectiviteit van het borstvoedingsbeleid – en programma’s kan vergroten en ondersteunende systemen kunnen naar behoren gefinancierd worden.
Bronnen:
- FOD Volksgezondheid
- WHO
- WABA
- VBOV
- Kind en Gezin
- Codex welzijn op het werk