nieuwsoverzicht 10 jan - 14 jan (wk 2)

 14/01/22

Wekelijks nieuwsoverzicht

 Varia

Minderjarigenvaccinatieverlof / Coronapreventiemaatregelen dienstenchequesector / Minimumbijdrage EDPBW 2022 / Arbeidsongevallen op bouwwerven / Laadpalen in appartementsgebouwen

I. WIJZIGINGEN IN DE WETGEVING

B. Herhaling specifieke veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de gezondheid van de huishoudhulpen en hun klanten in de dienstenchequesector

Van 12 januari tot en met 31 januari 2022 is de werkgever die werknemers tewerkstelt met een arbeidsovereenkomst dienstencheques opnieuw verplicht aan deze werknemers een aantal middelen ter beschikking te stellen in de strijd tegen het coronavirus.

Ten gevolge van de coronapandemie werden binnen de sector van de dienstencheques reeds eerder extra veiligheidsmaatregelen genomen die vroeger ook al werden verlengd. Het risico op circulatie van het coronavirus vergroot immers omdat de werknemers die met een arbeidsovereenkomst dienstencheques worden tewerkgesteld, zich op een groot aantal verschillende plaatsen begeven in één week. Zij komen dus met veel verschillende mensen in contact.

Daarom wordt voorzien in een herhaling van de specifieke veiligheidsmaatregelen.

De werkgever moet minstens de volgende materialen ter beschikking stellen:

1. Mondmaskers:

  • ofwel, per week, wegwerpmondmaskers waarvan het aantal minstens gelijk is aan het aantal werkplaatsen waar de werknemer gedurende één dag tewerkgesteld wordt, verhoogd met het aantal extra wegwerpmondmaskers per prestatie van meer dan 4 uur op dezelfde werkplaats
  • ofwel een set herbruikbare mondmaskers, waarvan het aantal minstens gelijk is aan het aantal werkplaatsen waar de werknemer per week werkzaam is, verhoogd met het aantal extra herbruikbare mondmaskers per prestatie van meer dan 4 uur op dezelfde werkplaats. Herbruikbare mondmaskers worden ten minste om de 15 weken vernieuwd of, op verzoek van de werknemer, in geval van slijtage of verslechtering;

2. Desinfecterende gel of een gelijkaardig product om de handen te kunnen ontsmetten voor, tijdens en na de verschillende prestaties.

Wanneer de werknemer vaststelt dat hij het werk niet in veilige omstandigheden kan aanvatten of verderzetten omdat de wettelijk voorziene preventiemaatregelen (uit het MB van 28-10-2020) niet worden toegepast, moet hij onmiddellijk zijn werkgever hiervan verwittigen. In dit geval heeft hij tevens het recht om zijn prestaties op te schorten zolang de situatie aanhoudt. Hij mag zelfs, met akkoord van zijn werkgever, de arbeidsplaats verlaten, wanneer de situatie op korte termijn niet opgelost kan worden. Dit laatste mag hij sowieso wanneer de situatie langer duurt dan de helft van de voorziene prestatietijd.

Bron: wet van 23 december 2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (B.S. 12-1-2022, p. 1013)

II. OVERIGE NIEUWSITEMS

A. Verplichte minimumbijdrage prestaties EDPBW voor het jaar 2022

De werkgever is jaarlijks aan de externe dienst een forfaitaire minimumbijdrage per werknemer verschuldigd waarvan het bedrag wordt bepaald door de tariefgroep waartoe de werkgever behoort op grond van zijn hoofdactiviteit (zie bijlage II.3-1 van de codex over het welzijn op het werk).

Deze forfaitaire minimumbijdrage is gekoppeld aan het indexcijfer van de gezondheidsindex en wordt, bij overschrijding, jaarlijks op 1 januari aangepast.

Hieronder worden de geïndexeerde forfaitaire minimumbijdragen voor het jaar 2022 weergegeven:

Tariefgroep

Werkgever met ≤ 5 werknemers

Werkgever van groep A, B, C+, C-, of D met > 5 werknemers

1

39,98 EUR

46,74 EUR

2

58 EUR

68,14 EUR

3

72,08 EUR

85,03 EUR

4

91,22 EUR

107,55 EUR

5

106,99 EUR

126,13 EUR

Ook een aantal andere bedragen zijn aangepast:

  • een preventie-eenheid, zoals bedoeld in artikel II.3-17, § 1 van de codex = 168,93 EUR.
  • de prestaties in het kader van de opdrachten inzake risicobeheer, zoals bedoeld in artikel II.3-19, §1 van de codex = 129,51 EUR per gepresteerd uur met toepassing van de wegingsfactoren
  • de prestaties in het kader van de opdrachten inzake gezondheidstoezicht, zoals bedoeld in artikel II.3-19, §2 van de codex = 87,31 EUR per prestatie of 129,51 EUR per gepresteerd uur met toepassing van de wegingsfactoren.

Bron: FOD WASO

B. Arbeidsongevallen op bouwwerven

Op 2 september 2021 stelde Mevr. De volksvertegenwoordiger Barbara Pas, aan de vice-eersteminister en minister van Economie en Werk Pierre-Yves Dermagne, een parlementaire vraag m.b.t. de arbeidsongevallen op bouwwerven. Hieronder kunt u de vraag en het bijhorend antwoord vinden.

Vraag

“ Naar aanleiding van het zware incident in een school van Antwerpen waarbij vijf buitenlandse werknemers om het leven kwamen, laat een woordvoerder van de bouwvakbond ACVBIE weten dat het aantal werfongevallen met buitenlandse arbeiders enkel zal toenemen. Er is een hele ketting van onderaannemers waardoor controle op de werkomstandigheden moeilijk is. De werknemers kennen vaak de taal, de regels en veiligheidsvoorschriften niet.

Hoeveel arbeidsongevallen op bouwwerven werden in 2017, 2018, 2019, 2020 en tijdens de eerste helft van 2021 geregistreerd, en hoeveel van die ongevallen hadden een dodelijke afloop? Graag een opsplitsing van de cijfers per gewest of per provincie.

Hoeveel buitenlandse arbeiders vielen hierbij als slachtoffers? Graag cijfers per jaar en per gewest of provincie.

Beschikt u ook over informatie over de evolutie van de oorzaken van overlijdens en ongevallen op het werk in de voorbije jaren?

Zal u nieuwe maatregelen nemen om het aantal arbeidsongevallen terug te dringen, en zo ja, welke?”

Antwoord

“1, 2 en 3. Het verzamelen, analyseren en publiceren van statistieken van arbeidsongevallen behoort tot de opdrachten van het Federaal Agentschap voor Beroepsrisico’s (Fedris), dat onder toezicht staat van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid.

Arbeidsongevallenpreventie behoort tot de topprioriteiten van mijn beleid. Hierbij wordt nauw samengewerkt met de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. Ik heb reeds het initiatief genomen om de zogenaamde blinde vlek van arbeidsongevallen overkomen aan gedetacheerde werknemers weg te werken. Arbeidsongevallen overkomen aan gedetacheerde werknemers komen immers niet voor in de Belgische ongevallenstatistieken, daar zij onderworpen blijven aan het sociaal zekerheidsstelsel van het land van herkomst

Een gemengde werkgroep met vertegenwoordigers van beide beleidscellen, de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en Fedris is aan het onderzoeken hoe deze ongevallen toch in kaart kunnen worden gebracht en welke lessen er getrokken kunnen worden uit ernstige arbeidsongevallen overkomen aan gedetacheerde werknemers om de herhaling ervan te vermijden. Een tweede initiatief behelst de onderaangifte aan arbeidsongevallen, inzonderheid ernstige, waarover een gemengde werkgroep, waaraan ook experten deelnemen, zich aan het verdiepen is. Ook hier zullen concrete voorstellen worden ingewacht.”

Bron: Vr. en Antw. Kamer 2021-2021, 6 december 2021, nr. 55/071 (Vr. nr. 562 B. PAS)

C. Laadpalen voor elektrische auto’s in appartementsgebouwen: een zorg?

Hoef je je als medebewoner van een appartementsgebouw zorgen te maken wanneer een andere medebewoner zijn elektrische auto wenst op de laden in de ondergrondse parkeergarage?

Vooreerst dient de vereniging van medeëigenaars akkoord te gaan met de installatie van een of meerdere laadpalen voor elektrische wagens, ook wanneer een bewoner die dergelijke laadpaal wenst, alles zelf bekostigt. Er zijn echter weinig gegronde redenen om te weigeren. Bewoners van appartementsgebouwen hebben immers sinds 1 januari 2019 het wettelijk recht om een laadpunt te installeren (cfr. art. 577-2, § 10 BW), volledig op eigen kosten of in samenspraak met de andere bewoners. Wel moet het appartementsgebouw voldoen aan een aantal voorwaarden om een installatie te plaatsen aangezien het belangrijk is dat het elektrisch vermogen gevrijwaard worden.

Maar anderzijds is er ook de brandveiligheid. Indien een elektrische wagen vuur vat, is het heel belangrijk dat de brandweer erbij kan aangezien de auto naar buiten gesleept moet kunnen worden om onder te dompelen in een bak water. Dit komt doordat de batterij van een elektrische wagen steeds terug vuur vat, zelfs al is ze geblust.

Het is daarom belangrijk om, indien de VME de installatie van een laadpunt in een ondergrondse garage overweegt, eerst het advies van de brandweer te vragen. Zij kunnen bijvoorbeeld aanbevelen contact op te nemen met een takelfirma die kan oordelen over het feit of een wagen in een ondergrondse parkeergarage snel weg kan getakeld worden of niet. Fireforum vzw, dat de overheid, brandweerdiensten, installateurs en verzekeringsmaatschappijen groepeert, stelde een regel voor goed vakmanschap op dat je best hanteert in een appartementsgebouw.

Komt het niet tot een akkoord, dan is het de vrederechter die erover zal beslissen.

Wordt uiteindelijk een laadpunt geïnstalleerd, dan vind je op de website van Fluvius terug hoe je je elektrische auto kan opladen.

Specifieke wettelijke regels over de brandveiligheid bij installatie van een laadpaal in een ondergrondse garages zijn er evenwel nog niet. Op 1 juli 2022 zal een aanpassing aan het K.B. “basisnormen brand” in werking treden. Deze aanpassing bevat o.a. nieuwe voorschriften voor parkings.

Bronnen:

  • De Standaard
  • Vrt nws
  • Fireforum vzw

III. RECENT TOEGEVOEGD

Op regelmatige basis worden praktijkdocumenten toegevoegd aan INNIwise. Deze week toegevoegd:

nieuwsoverzicht 10 jan - 14 jan (wk 2)

Uw browser wordt niet ondersteund. Update uw browser voor meer veiligheid, snelheid en om deze site optimaal te kunnen gebruiken.