nieuwsoverzicht 30 jan - 3 feb '23 (wk 5)

 06/02/23

Wekelijks nieuwsoverzicht

Checklist veiligheid autoliften / Arbeidsinspectie dienstensector / CO-vergiftiging / Flitscontroles SIOD / Vertaling normen brand en ontploffing

I. WIJZIGINGEN IN DE WETGEVING

Er verschenen deze week geen wijzigingen aan de wetgeving, opgenomen op INNIwise.

II. OVERIGE NIEUWSITEMS

A. Checklist veiligheid autoliften

Om een correcte werking van autoliften te garanderen en om de veiligheid van de gebruikers te waarborgen, is een inspectie van autoliften door een tussenkomend organisme wenselijk vóór de ingebruikname en verder tweemaal per jaar voor autoliften met een hefhoogte > 3 m en jaarlijks bij een hefhoogte ≤ 3 m. Indien de fabrikant deze inspecties voorschrijft in haar instructies, zijn ze verplicht.

Om te helpen bij de taak van de tussenkomende organismen verantwoordelijk voor de veiligheidsinspectie van autoliften heeft de FOD Economie een checklist opgesteld met minimale veiligheidseisen waaraan een autolift bij een eerste veiligheidskeuring moet voldoen en die kan gehanteerd worden bij een eerste grondige inspectie van een autolift. Bij haar controles doet de FOD Economie ook een beroep op deze checklist.

Deze checklist is alleen van toepassing voor hefplatformen met half opstaande wanden voor auto’s die op de markt zijn gebracht onder de Europese machinerichtlijn 2006/42/EG.

Voor liften die als arbeidsmiddel gebruikt worden, zijn de bepalingen van de codex over het welzijn op het werk en het ARAB van toepassing. Voor meer informatie hierover kan je terecht op de website van de FOD WASO.

Bronnen:

  • FOD Economie
  • BeSWIC

B. Arbeidsinspectie dienstensector

Tussen februari en april 2022 voerden de regionale directies van Toezicht op het Welzijn op het Werk (TWW) een aangekondigde inspectiecampagne uit bij erkende dienstenchequeondernemingen met maatschappelijke zetel in België waarbij vooraf werd meegedeeld welke documenten er aanwezig moesten zijn, indien opgemaakt, in het kantoor of de maatschappelijke zetel die bezocht ging worden.

Deze campagne had als hoofddoel het verbeteren van de gezondheid en veiligheid van de dienstencheque-werknemers die de activiteit huishoudhulp thuis bij de gebruikers uitvoeren, waarbij specifiek aandacht werd besteed aan het naleven van de verplichtingen inzake welzijn op het werk door de werkgever en het toezicht op deze naleving hiervan bij de gebruiker en in bijkomende orde het sensibiliseren en bewustmaken van de werkgevers in deze sector over de verschillende aspecten van de regelgeving inzake welzijn op het werk en hun verantwoordelijkheden.

De erkende onderneming draagt immers als werkgever de strafrechtelijke eindverantwoordelijkheid voor het naleven van de verplichtingen voorzien in de reglementering inzake welzijn op het werk.

Dienstencheque-werknemers worden tijdens hun werk potentieel blootgesteld aan risico’s.

De sociaal inspecteurs van Toezicht Welzijn op het Werk (TWW) hebben tijdens de inspecties onderzocht of de essentiële elementen van het dynamisch risicobeheersysteem (DRBS) werden toegepast en of de preventiemaatregelen werden genomen.

Verder werd specifieke aandacht besteed aan de validering door de werkgever van de tijdens de opleiding door de werknemers verworven vaardigheden en aan het effectieve toezicht door de werkgever van de toepassing van deze vaardigheden door de werknemers op de werkplek.

Enkele aandachtspunten bij de inspecties:

  • de dienst preventie en bescherming op het werk van de werkgever (identificatiedocument IDPBW, aansluiting bij een EDPB);
  • het organigram van de onderneming (wie voert toezicht uit op de activiteiten van de dienstencheque-werknemers);
  • risicoanalyses voor alle taken van de dienstencheque-werknemers, evenals specifieke risicoanalyses (moederschapsbescherming, chemische agentia, manueel hanteren van lasten);
  • verplicht gezondheidstoezicht (voorafgaand en periodiek);
  • passende opleidingen betreffende chemische agentia en musculoskeletale aandoeningen;
  • bezoeken van de werkgever of een lid van de hiërarchie aan de werkplek (woningen van de gebruikers) vóór de eerste tewerkstelling en daarna tijdens de uitvoering van de diensten op periodieke basis; nagaan of materiaal (chemische agentia, arbeidsmiddelen) geschikt is voor of voldoende aangepast is aan het uit te voeren werk zodat de veiligheid en de gezondheid van de werknemers tijdens het gebruik van deze kunnen worden gewaarborgd;
  • ter beschikking stellen van PBM’s (antislipschoenen en schoonmaakhandschoenen) en de daaruit voortvloeiende verplichtingen (opleiding, instructies aan de werknemers);
  • preventie psychosociale risico’s.

De 10 meest vastgestelde inbreuken waren de volgende:

  1. de werkgever beschikt niet over een schriftelijke risicoanalyse chemische agentia (art. VI.1-7 codex)
  2. dienstencheque-werknemers zijn niet onderworpen aan het voorafgaand gezondheidstoezicht (art. I.4-25 codex)
  3. de werkgever beschikt niet over een schriftelijke risicoanalyse manueel hanteren van lasten (art. VIII.3-2 codex)
  4. de werkgever kan niet aantonen, bv. aan de hand van een schriftelijk verslag, dat een lid van de hiërarchische lijn bij een intake bezoek bij een nieuwe gebruiker heeft nagegaan of de ter beschikking gestelde uitrusting aan de dienstencheque-werknemers aan de minimumvereisten voldoet (art. I.2-11 codex)
  5. de werkgever heeft geen risicoanalyse "moederschapsbescherming" uitgevoerd in samenwerking met de preventieadviseur-arbeidsarts (art. X.5-4 codex)
  6. contactgegevens van de PAPSY (preventieadviseur psychosociale aspecten) worden niet vermeld op een voor de werknemers gemakkelijk toegankelijke plaats (art.I.2-17, § 2 codex)
  7. dienstencheque-werknemers zijn niet onderworpen aan het periodiek gezondheidstoezicht (art. I.4-32 codex)
  8. instructies voor het juiste gebruik van PBM’s (antislipschoenen, schoonmaakschoenen) werden niet aan de dienstencheque-werknemers gegeven (art.IX.2-23 codex)
  9. de werkgever kan geen jaarlijks actieplan voorleggen zoals omschreven in artikel I.2-9 codex welzijn op het werk
  10. de werkgever heeft niet voor alle taken van de dienstencheque-werknemers een risicoanalyse uitgevoerd (art. I.2-6 codex) / de werkgever kan geen globaal preventieplan voorleggen zoals omschreven in artikel I.2-8 codex welzijn op het werk.

Een compleet overzicht van de resultaten kan teruggevonden worden op de website van de FOD WASO.

Bron: FOD WASO

C. CO-vergiftiging

Recente persberichten bevestigen dat CO-vergiftiging de belangrijkste vorm van dodelijke intoxicatie is in België.

CO of koolstofmonoxide is een gevaarlijk, reukloos en onzichtbaar gas dat in een zeer lage concentratie aanwezig in de atmosfeer en ontstaat bij de verbranding van brandstoffen die koolstof (C) bevatten, zoals kolen, hout, olie, benzine of gas.

Als er voldoende zuurstof (O2) aanwezig is, wordt koolstofmonoxide (CO) omgezet in koolzuurgas (CO2), wat levensbedreigend kan zijn wanneer je een concentratie van meer dan 10 % inademt.

Wanneer er onvoldoende zuurstof aanwezig is, neemt de hoeveelheid CO toe in de omgevingslucht.

Bij inademing van deze lucht, wordt CO opgenomen in het bloed en wordt het transport van zuurstof door de rode bloedlichamen verstoord waardoor de organen te weinig zuurstof krijgen.

Het is belangrijk alert te zijn voor eventuele symptomen zodat tijdig kan gereageerd worden.

Nuttige informatie over symptomen, behandeling, toxiciteit en risico’s van CO, alsook over preventie van CO-vergiftiging is terug te vinden op de website van het antigifcentrum.

Bron: antigifcentrum

D. Flitscontroles SIOD

Naast de klassieke controles voeren de sociaal inspecteurs ook geregeld flitscontroles uit om inbreuken op de sociale wetgeving vast te stellen. Deze controles zijn voornamelijk informatief en hebben een preventief karakter.

Binnen de EU wordt deze vorm van controle gezien als een “best practice” met als bedoeling de compliance te verbeteren.

Deze flitscontroles worden voorafgaand op de website van de SIOD gepubliceerd en meegedeeld aan de sociale partners.

De flitscontroles voor 2023 en 2024 werden reeds gepubliceerd:

2023

2024

Bron: SIOD (Sociale inlichtingen- en opsporingsdienst)

E. Vertaling normen brand en ontploffing

In een parlementaire vraag van 21 november 2022 werd gepolst naar de stand van zaken met betrekking tot het ontbreken van een aantal vertalingen in het Nederlands van normen inzake brand en ontploffing, zoals reeds in eerdere vragen aangekaart.

Het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de gebouwen moeten voldoen, heeft een aantal Europese en internationale normen opgenomen of verwijst rechtstreeks naar Europese of internationale normen. Normen worden beschikbaar gesteld door het Bureau voor Normalisatie (NBN). Een aantal van die normen is evenwel niet in het Nederlands beschikbaar, wel in het Frans, Engels en Duits.

De Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT) heeft deze situatie onderzocht en strijdig bevonden met de taalwet in bestuurszaken.

De regelgevende instantie (Binnenlandse Zaken) is verantwoordelijk voor de naleving van de regels met betrekking tot de toegankelijkheid van de reglementaire teksten in het Nederlands en het Frans en de documenten die daar een integrerend deel van uitmaken, zoals in het geval van verplichte normen. Voor een correcte vertaling dient zij een beroep te doen op het NBN, een instantie die ressorteert onder de minister van Economie, en zal er bij haar collega, bevoegd voor Economie, op aandringen om de bedoelde normen ten spoedigste te laten vertalen.

Bron: Vr. en Antw. Kamer 2022-2023 , 6 januari 2023, nr. 55/100 (Vr. nr. 560 S. GOETHALS)

III. RECENT TOEGEVOEGD

Op regelmatige basis worden praktijkdocumenten toegevoegd aan INNIwise. Deze week toegevoegd:

nieuwsoverzicht 30 jan - 3 feb '23 (wk 5)

Uw browser wordt niet ondersteund. Update uw browser voor meer veiligheid, snelheid en om deze site optimaal te kunnen gebruiken.