nieuwsoverzicht 24 - 28 oktober (wk 43)

 30/10/22

Wekelijks nieuwsoverzicht

Opeenvolging arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd / Lijst gevaarlijke geneesmiddelen / Fietsgebruik voor woon-werkverkeer / Genderkloof vergroot sinds coronapandemie / Verhoging plafond aantal uren studentenarbeid per jaar

I. WIJZIGINGEN IN DE WETGEVING

Er verschenen deze week geen wijzigingen aan de wetgeving opgenomen in INNIwise.

II. OVERIGE NIEUWSITEMS

A. Beperking opeenvolging arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd

Ter uitvoering van een arrest van het Grondwettelijk Hof, werd op de ministerraad van 28 oktober 2022 een voorontwerp van wet goedgekeurd tot beperking van de duur van de opeenvolging van één of meerdere arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk en een of meerdere vervangingsovereenkomsten tot twee jaar, behoudens onderbreking door de werknemer. Bij overschrijding van deze termijn zijn de regels voor de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd van toepassing.

Op advies van de Nationale Arbeidsraad werd een uitzondering voorzien. De vervangingsovereenkomst die volgt op verschillende opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk die gerechtvaardigd zijn door de aard van het werk of door andere wettige redenen wordt eenmalig buiten beschouwing gelaten, zonder dat de totale duur van deze opeenvolging van overeenkomsten langer mag zijn dan drie jaar.

Het voorontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.

Bron: news.belgium.be

B. Publicatie lijst gevaarlijke geneesmiddelen

Het ETUI (Europees Vakbondsinstituut) publiceerde onlangs een lijst van gevaarlijke geneesmiddelen (HMP's) inclusief cytotoxische stoffen, gebaseerd op het CLP-classificatiesysteem van de EU van kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische (CMR) stoffen.

Het is de bedoeling om op basis van deze lijst vast te stellen welke gevaarlijke geneesmiddelen (‘hazardous medicinal products’ – HMP's) in Europa onder het toepassingsgebied van de CMR-richtlijn vallen (in België: titel 2 van boek VI van de codex over het welzijn op het werk).

Deze lijst zal tevens mee helpen bepalen aan welke CMR-geneesmiddelen werknemers op het werk mogelijks worden blootgesteld. Bij blootstelling zullen zij een specifieke opleiding moeten krijgen van hun werkgever om risico's op schadelijke gevolgen voor hun gezondheid en de gezondheid van hun kinderen te voorkomen.

Om werkgevers te helpen aan hun verplichtingen te voldoen, moet de Europese Commissie uiterlijk eind 2022 Europese richtsnoeren publiceren voor een veilig beheer van HMP's op het werk, waaronder cytotoxische stoffen, en moet zij uiterlijk op 5 april 2025 een indicatieve lijst opstellen van HMP's die CMR's zijn.

Bronnen:

  • BeSWIC
  • ETUI

C. Fietsgebruik voor woon-werkverkeer

De Nationale Arbeidsraad (NAR) publiceerde onlangs een rapport over het gebruik van de fiets voor het woon-werkverkeer.

In België is dit een stijgende trend, niet enkel meer voor korte afstanden, maar ook voor langere afstanden gelet op de ruime inburgering van de elektrische fiets en de mogelijkheid om de fiets ook mee te nemen op de trein.

Maatregelen die kunnen helpen om het gebruik van de fiets voor het woon-werkverkeer te stimuleren zijn onder andere:

  • de ontwikkeling van gepaste infrastructuur voor de fietsers (binnen de ondernemingen, maar ook in de openbare ruimte)
  • de toekenning van fietsvergoedingen voor de woon-werkverplaatsingen
  • het ter beschikking stellen van bedrijfsfietsen
  • de uitrol van informatie- en sensibiliseringscampagnes voor het gebruik van de fiets

De bewezen voordelige effecten van het gebruik van de fiets op de gezondheid, de productiviteit, het absenteïsme en het leefmilieu zijn aspecten die ondernemingen ertoe kunnen aanzetten extra inspanningen te leveren om het gebruik van de fiets voor het woon-werkverkeer te promoten.

Anderzijds is het ook belangrijk de belemmeringen voor het fietsgebruik voor het woon-werkverkeer zoveel mogelijk weg te nemen. Het gaat dan bijvoorbeeld om verkeersonveiligheid, een grote afstand tussen de woon- en de arbeidsplaats of ook ongunstige weersomstandigheden.

Dit kan bijvoorbeeld door de aanleg van specifieke fietsinfrastructuur, zoals voldoende - idealiter beveiligde en overdekte - fietsenstallingen en het ter beschikking stellen van kleedkamers en douches.

Ook overheden moeten op de verschillende bestuursniveaus inspanningen leveren om de verkeersveiligheid te waarborgen.

Het volledige rapport kan nagelezen worden op de website van de NAR.

Bron: NAR

D. Genderkloof vergroot sinds coronapandemie

Uit onderzoek door Eurofound blijkt dat de coronapandemie de genderkloof op verschillende gebieden vergroot heeft zoals bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt, inzake arbeidsomstandigheden en inzake work-life balance.

In haar onderzoeksrapport “COVID-19 pandemic and the gender divide at work and home”:

  • gaat Eurofound verder in op genderongelijkheden die reeds vóór de coronacrisis bestonden;
  • wordt beschreven op welke wijze de pandemie de genderkloof heeft beïnvloed;
  • wordt een analyse gemaakt van de verschillende beleidsreacties van nationale overheden in de hele EU die erop zijn gericht de genderkloof aan te pakken en te voorkomen dat deze tijdens een pandemie groter wordt;
  • worden vooruitzichten voor genderongelijkheid in Europa geschetst, met aandacht voor factoren die bepalend zullen zijn voor de toekomstige ontwikkeling van gendergelijkheid: gendersegregatie op de arbeidsmarkt, de genderkloof bij telewerk en hybride werk en gendermainstreaming in de beleidsvorming met name met betrekking tot zorgtaken en zorgdiensten.

Hieronder een overzicht van de belangrijkste bevindingen:

  • Het effect van de COVID-19-pandemie op de arbeidsparticipatie, het werkloosheidspercentage en het aantal gewerkte uren is opmerkelijk genderneutraal in de EU, deels als gevolg van de oververtegenwoordiging van vrouwen in sectoren die getroffen werden door lockdowns (zoals bv. de horeca), maar ook van het grote aandeel vrouwen in telewerkbare functies en essentiële sectoren. Het banenverlies tijdens de pandemie deed zich vooral voor bij de laagstbetaalde vrouwen, terwijl het banenverlies bij mannen gelijkmatiger was verdeeld.
  • De pre-pandemische trend dat vrouwen ongeveer tweemaal zoveel als mannen onbetaalde werkuren presteren bleef bestaan, terwijl de crisis de noodzaak verhoogde voor huishoudens om zelf in te staan voor bepaalde diensten zoals kinderopvang en schoonmaak. De genderkloof bij onbetaalde taken vergrootte, het aandeel van vrouwen in tijdrovende taken (zoals de zorg, het bereiden van maaltijden en schoonmaken) nam toe, terwijl het aandeel van mannen in minder tijdrovende taken (zoals tuinieren, huishoudelijke reparaties en het vervoeren van gezinsleden) ook toenam. Bij wijze van uitzondering nam, in tweeverdienersgezinnen waar de moeder buitenshuis werkte, het aandeel van de kinderopvang bij telewerkende vaders toe.
  • Bij de werkenden overschrijdt de totale wekelijkse arbeidstijd van vrouwen (wanneer betaald en onbetaald werk worden gecombineerd) die van mannen met 7 uur in de EU.
  • Vrouwen melden vaker dan mannen een verslechtering van hun algemene gezondheid. Vrouwen ervaren ook hogere niveaus van depressie, lagere niveaus van optimisme over de toekomst, en een hoger risico op armoede of sociale uitsluiting.
  • Werk-privé conflicten zijn dramatisch toegenomen, vooral onder telewerkende moeders van jonge kinderen, waarbij 31 % meldde dat zij het "altijd" of “meestal” moeilijk vonden om zich te concentreren op hun werk vanwege hun verantwoordelijkheden voor het gezin. De overstap naar telewerken of flexibele werkregelingen wordt bovendien meer door vrouwen aangenomen, waardoor de genderongelijkheid groter wordt. Daarbij komt nog dat een toename van de onbetaalde werkdruk en een verminderde zichtbaarheid op de werkplek onbedoelde gevolgen kunnen hebben voor loopbaanontwikkeling, loon en pensioenen.

Na de pandemie is het essentieel om gendernormen, gedrag en beleidsinnovatie aan te pakken. Enkele voorbeelden:

  • De criteria om in aanmerking te komen voor overheidsuitkeringen moeten worden uitgebreid voor mensen die deeltijds werken en/of tijdskrediet opnemen. Aangezien meer vrouwen dan mannen deeltijds gaan werken en loopbaanonderbrekingen nemen, hebben zij minder kans op adequate uitkeringen, wat bijdraagt tot genderkloven en verschillen in armoede en sociale uitsluiting.
  • De arbeidsomstandigheden in de zorgsector zouden moeten worden verbeterd om fatsoenlijke diensten van hoge kwaliteit te garanderen.
  • Policies inzake ouderschapsverlof moeten stimulansen voor vaders bevatten om ook de zorg voor hun kinderen (gedeeltelijk) op zich te nemen.
  • Er moet worden gezorgd voor genderevenwicht en dus het betrekken van vrouwen op alle niveaus van de besluitvorming.
  • De lidstaten moeten voorzien in een toegankelijk en betaalbaar aanbod aan kinderopvang van goede kwaliteit.

Bron : Eurofound

E. Verhoging van het plafond van het aantal uren studentenarbeid per jaar

In uitvoering van de meerjarenbegroting 2023-2024 keurde de ministerraad van 28 oktober 2022 een ontwerp van koninklijk besluit goed met betrekking tot het verhogen van het plafond voor studentenarbeid.

Het ontwerp wil het quotum van 475 uren optrekken tot 600 uren voor 2023 en 2024. Het voorziet er ook in dat de verhoging wordt geëvalueerd in 2024.

Het wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.

Bron: news.belgium.be

nieuwsoverzicht 24 - 28 oktober (wk 43)

Uw browser wordt niet ondersteund. Update uw browser voor meer veiligheid, snelheid en om deze site optimaal te kunnen gebruiken.