nieuwsoverzicht 11 - 15 juli (wk 28)

 17/07/22

Wekelijks nieuwsoverzicht

Enquête Eurofound over leven, werken en COVID-19 / Arbeidsomstandigheden in de transportsector / De wet digitale diensten en de wet digitale markten / Reactie CEN en CENELEC voorstel herziening Verordening bouwproducten (CPR)

I. WIJZIGINGEN IN DE WETGEVING

Er verschenen deze week geen wijzigingen aan de wetgeving opgenomen in INNIwise.

II. OVERIGE NIEUWSITEMS

A. Bevindingen 5de enquête Eurofound over leven, werken en COVID-19

De Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound) hield tussen eind maart en begin mei dit jaar een enquête met betrekking tot

  • leven en werken in tijden van COVID-19 om:
    • aan te tonen hoe het leven in Europa gewijzigd is en
    • de beleidsmakers een realistische voorstelling te geven van de uitdagingen in een gewijzigd Europa;
  • de realiteit van het leven in een nieuw tijdperk van onzekerheid veroorzaakt door de oorlog in Oekraïne, inflatie en stijgende energieprijzen.

Top 10 bevindingen:

  1. Ondanks de opheffing van de meeste COVID-19-beperkingen in de EU-lidstaten tegen het voorjaar van 2022, blijft het niveau van het geestelijk welzijn lager dan bij het begin van de pandemie. Dit kan worden toegeschreven aan de oorlog in Oekraïne, waarover 76 % van de respondenten zich grote of zeer grote zorgen maakte.
  2. De terugkeer naar de werkplek zette zich in de hele EU voort naarmate de volksgezondheidsbeperkingen werden opgeheven en in het voorjaar van 2022 blijkt uit de bevindingen dat nog maar weinig respondenten uitsluitend van thuis uit werkten. De respondenten hebben echter een duidelijke voorkeur voor telewerken, wat erop wijst dat de terugkeer naar de werkplek niet geheel vrijwillig is geweest.
  3. In 2022 is het evenwicht tussen werk en privéleven duidelijker geworden: minder mensen werken in hun vrije tijd; wat het gezinsleven betreft, hebben de werknemers echter minder tijd met hun gezin doorgebracht.
  4. Bijna een op de vijf respondenten (18 %) heeft te maken met onvervulde zorgbehoeften: de achterstand in de zorg is het grootst in de ziekenhuis- en specialistische zorg. De onbevredigde behoeften aan geestelijke gezondheidszorg zijn sinds het voorjaar van 2021 toegenomen, vooral bij vrouwen, waar bijna een kwart (24 %) melding maakt van onbevredigde behoeften aan geestelijke gezondheidszorg.
  5. Door de stijgende kosten van levensonderhoud loopt een aanzienlijk aantal financieel kwetsbare huishoudens het risico op energiearmoede. 28 % van de respondenten geeft aan in een huishouden te leven dat moeite heeft om de eindjes aan elkaar te knopen en een betalingsachterstand heeft met hun energierekeningen, terwijl 45 % van deze groep zich zorgen maakt dat zij hun energierekeningen de komende drie maanden niet zullen kunnen betalen.
  6. Tijdens de pandemie is het vertrouwen in alle instellingen gestaag gedaald onder de respondenten van de e-enquête. Factoren zoals de oorlog in Oekraïne en de stijging van de inflatie en de energieprijzen lijken deze tendens nog te versterken. In sommige landen, zoals Finland, Denemarken, Zweden, Oostenrijk en Nederland, rapporteren de respondenten in het voorjaar van 2022 de laagste vertrouwensniveaus in vergelijking met het voorjaar van 2020.
  7. Werkloze respondenten rapporteren consistent een lager vertrouwen in de overheid en in de EU in vergelijking met de andere groepen, en het vertrouwen is ook lager onder respondenten die leven in huishoudens die moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Respondenten in financieel zekerder posities krijgen minder vertrouwen in de regering, wat een weerspiegeling is van een wijdverbreidere ontevredenheid onder het electoraat.
  8. In het algemeen hebben respondenten die tegen vaccinatie zijn, veel minder vertrouwen in instellingen dan degenen die wel zijn gevaccineerd, en deze kloof is sinds 2021 groter geworden.
  9. De weigerachtigheid tegenover vaccinatie is veel groter onder respondenten die weinig vertrouwen hebben in instellingen, die hun nieuws voornamelijk uit de sociale media halen of die het nieuws helemaal niet volgen. Vaccin-weigeraars lijken een opkomende groep burgers te zijn die sterk politiek geëngageerd zijn.
  10. De bevindingen tonen aan dat wanneer sociale media de voorkeursnieuwsbron zijn, het vertrouwen keldert, met het grootste verschil in vertrouwen in nieuwsmedia en vertrouwen in de overheid. Terwijl de oorlog in Oekraïne voortwoedt, zal het bestrijden van de verspreiding van verkeerde informatie om te voorkomen dat de stabiliteit van regeringen en de EU wordt ondermijnd, in deze periode een van de grootste uitdagingen voor Europa zijn.

Conclusies

Sinds de coronacrisis is heel wat veranderd in Europa en daarbuiten. De oorlog in Oekraïne en de inflatie zorgen ervoor dat de samenleving en de economie zich niet kan herstellen.

Er heerst heel wat onzekerheid over de levens- en arbeidsomstandigheden.

Het risico op depressie blijft voor veel mensen zorgwekkend hoog gelet op de wijdverspreide onzekerheid voor financieel kwetsbare huishoudens.

Wat het werk betreft, was de verwachting dat mensen zouden terugkeren naar hun werkplek. Toch lijkt de voorkeur van de respondenten te gaan naar telewerken - dagelijks of enkele keren per week, onder de leeftijdsgroep 30-44 jaar, die meestal jonge kinderen heeft.

Nieuwe uitdagingen duiken op:

  • Uit de e-enquête blijkt een toename van de bezorgdheid rond het gezinsleven, waarbij werknemers het gevoel hebben dat hun baan hen verhindert tijd met hun gezin door te brengen, zowel bij respondenten die op kantoor werken, als bij hybride werknemers.
  • Er is een grote achterstand in de verstrekking van gezondheidszorg, met name met betrekking tot ziekenhuis- en specialistische zorg, vooral geestelijke gezondheidszorg.
  • Groepen die voorheen meer vertrouwen in regeringen vertoonden, zoals die in financieel zekerder posities, hebben steeds minder vertrouwen, wat wijst op een wijdverspreide ontevredenheid onder de burgers. Ook vaccin-weigeraars en respondenten die sociale media hebben gekozen als hun favoriete nieuwsbron vertonen minder vertrouwen in de beleidsmakers. Het is een uitdaging voor de diverse regeringen om te zorgen voor het bestrijden van de verspreiding van onjuiste informatie en nepnieuws om te voorkomen.

Bronnen:

B. Arbeidsomstandigheden in de transportsector (weg, spoor, water en lucht)

ETUI, het Europees vakbondsinstituut (European Trade Union Institute) bespreekt in de 25ste editie van haar tijdschrift met betrekking tot veiligheid en gezondheid op het werk (HesaMag) de arbeidsomstandigheden in de transportsector, zowel op de weg, per spoor, over water en in de lucht) omdat werknemers in de transportsector vaak moeten werken in precaire omstandigheden.

In HesaMag nr. 25 wordt gerefereerd naar een aantal artikels over de verschillende transportwijzen waarbij enkele elementen van arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden in de sector aan bod komen:

  • transportkosten hebben overal een domino-effect op
  • Roemeense chauffeurs klagen over uitbuiting
  • Nederlandse havenarbeiders willen gezond met pensioen
  • terwijl luchtvaart weer van start gaat, blijven arbeidsomstandigheden ondermaats
  • vliegen als kankerrisico
  • Britse spoorhervormingen beloven einde aan versnippering
  • een tekort aan vrachtwagenchauffeurs in Europa

Deze artikelen zijn terug te vinden op de website van ETUI. Ook de volledige bijdrage is beschikbaar op de website van het ETUI: Workers on the route.

Daarnaast bevat de website van Beswic heel wat nuttige info over dit onderwerp.

Bronnen:

  • Beswic
  • ETUI

C. Goedkeuring nieuwe digitale regels in Europees Parlement

Op de plenaire zitting van dinsdag 5 juli keurde het Europees Parlement de wet digitale diensten en de wet digitale markten goed.
De bedoeling van deze wetten is het veiliger, eerlijker en transparanter maken van de onlineomgeving in de Europese Unie door middel van:

  • de bescherming van gebruikers tegen illegale inhoud en producten
  • het indammen van oneerlijke praktijken van grote platforms
  • het verbieden van bepaalde vormen van gerichte reclame

Ze moeten de maatschappelijke en economische impact van technologiebedrijven verzachten door duidelijke normen vast te stellen voor hoe zij in de EU moeten functioneren en diensten verlenen in overeenstemming met de grondrechten en waarden van de EU

1. De wet inzake digitale diensten

  • Doel? De verspreiding van illegale inhoud, desinformatie en andere maatschappelijke risico’s op het internet tegengaan.
  • Inhoud?
    • duidelijke verplichtingen voor verleners van digitale diensten zoals sociale media en onlinemarktplaatsen, o.a.
      • nieuwe maatregelen om illegale inhoud op het internet tegen te gaan en de verplichting voor platforms om snel te reageren
      • een betere traceerbaarheid en controle van handelaren op onlinemarktplaatsen
      • meer transparantie en een grotere verantwoordingsplicht voor platforms
      • een verbod op misleidende praktijken en bepaalde soorten gerichte reclame
    • bijkomende verplichtingen voor zeer grote onlineplatforms en zoekmachines (met minstens 45 miljoen gebruikers per maand):
      • voorkomen van systeemrisico’s (zoals de verspreiding van illegale inhoud, een negatieve invloed op de grondrechten, op verkiezingsprocessen en op gendergerelateerd geweld of de geestelijke gezondheid)
      • onderworpen aan onafhankelijke audits
      • gebruikers de keuze geven om geen aanbevelingen te krijgen die gebaseerd zijn op profilering
      • verschaffen van toegang tot hun data en algoritmen aan autoriteiten en erkende onderzoekers
  • Wanneer van toepassing? Zal rechtstreeks van toepassing zijn in de hele EU, met ingang van 1 januari 2024 of vijftien maanden na de inwerkingtreding van de wet (als dit later is). Zeer grote onlineplatforms en onlinezoekmachines zullen hun nieuwe verplichtingen vroeger moeten nakomen, namelijk vier maanden nadat zij door de Commissie als zodanig zijn aangewezen.

2. De wet inzake digitale markten

  • Doel? Een eerlijker ondernemingsklimaat tot stand brengen en de consument meer diensten aanbieden.
  • Inhoud?
    • verplichtingen voor grote onlineplatforms die optreden als “poortwachters” op de digitale markt (= platforms met een machtspositie op het internet waardoor consumenten ze moeilijk kunnen vermijden):
      • derden in staat stellen met hun eigen diensten te interageren
      • zakelijke gebruikers toegang verschaffen tot de gegevens die de poortwachters op hun platform genereren en hen in staat stellen hun eigen aanbod te promoten en buiten het platform van de poortwachter contracten te sluiten met hun klanten
      • niet langer hun eigen producten en diensten gunstiger rangschikken dan die van derden op hun platforms (“self-preferencing”)
      • niet langer verhinderen dat gebruikers geïnstalleerde software of apps eenvoudig kunnen verwijderen of applicaties en appstores van derden gebruiken
      • niet langer de persoonsgegevens van gebruikers verwerken met het oog op gerichte reclame, tenzij zij daarvoor uitdrukkelijk toestemming hebben gekregen
  • Sancties? boetes tot 10 % van hun totale wereldwijde omzet in het voorafgaande boekjaar, of tot 20 % bij herhaalde niet-naleving
  • Wanneer van toepassing? Zes maanden na de inwerkingtreding ervan. De poortwachters zullen hoogstens zes maanden de tijd hebben om aan hun nieuwe verplichtingen te voldoen nadat zij als zodanig zijn aangewezen.

De Raad zal beide wetten formeel goedkeuren in september, waarna ze bekendgemaakt zullen worden in het Publicatieblad van de EU. Twintig dagen later treden ze in werking.

Bron: Europees Parlement

D. reactie CEN en CENELEC op raadpleging over voorstel herziening Verordening bouwproducten (CPR)

CEN, (European Committee for Standardization), is een vereniging waarin de nationale normalisatie-instellingen van 34 Europese landen zijn verenigd. CEN biedt een platform voor de ontwikkeling van Europese normen en andere technische documenten met betrekking tot verschillende soorten producten, materialen, diensten en processen.

CENELEC (European Committee for Electrotechnical Standardization), is een vereniging waarin de nationale elektrotechnische comités van 34 Europese landen zijn verenigd. CENELEC stelt vrijwillige normen op elektrotechnisch gebied op, die helpen de handel tussen landen te vergemakkelijken, nieuwe markten te creëren, de compliancekosten te verlagen en de ontwikkeling van een eengemaakte Europese markt te ondersteunen.

CEN en CENELEC zetten zich beiden in voor het ondersteunen van de ontwikkeling van geharmoniseerde Europese normen voor bouwproducten die bijdragen aan de kracht van de interne markt. Ze ondersteunen de doelstelling van het voorstel tot herziening van de CPR om een goed functionerende interne markt voor bouwproducten tot stand te brengen, overlapping van EU-wetgeving te vermijden en bij te dragen aan de EU-doelstellingen van de groene en digitale transitie.

Deze organisaties gaven hun reactie op de raadpleging die door de Europese Commissie was gelanceerd over haar voorstel voor de herziening van de bouwproductenverordening (CPR) .

Ze formuleren een aantal kritieke punten die in overweging moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat deze herziening haar doelstellingen verwezenlijkt:

  • nauw samenwerken met de EC bij de implementatie van het huidige CPR-kader en de overgangsperiode en overeenstemming te bereiken over een actieplan om het aanhalen van enkele geharmoniseerde normen in het kader van het huidige CPR-kader mogelijk te maken;
  • bereid zijn de EC te ondersteunen bij het ontwikkelen van richtsnoeren en ondersteunend materiaal voor het opstellen van geharmoniseerde normen onder de herziene CPR (vergelijkbaar met het Joint Initiative on Standardization (JIS) Action 5);
  • samenwerking zoeken met de EC, in de context van de herziene CPR, om de rollen, verantwoordelijkheden en tijdlijnen voor de betrokken belanghebbenden te beschrijven tijdens het normalisatieproces van normalisatieverzoeken via het opstellen tot citeren; o streven naar een betere afstemming op het EC-voorstel voor de herziening van de CPR en EU-verordening 1025/2012, waarbij wordt erkend dat CEN en CENELEC het principe bevorderen dat geharmoniseerde normen vrijwillig zijn;
  • voorstellen dat de EC de specifieke producteisen direct in normalisatieverzoeken vastlegt;
  • verzoeken dat geharmoniseerde normen worden beschouwd als de belangrijkste route voor de ontwikkeling van geharmoniseerde technische specificaties ter ondersteuning van de GB-verordening en dat de ontwikkeling van gedelegeerde handelingen uitzonderlijk moet zijn en in een beperkt aantal gevallen moet worden gebruikt als een noodoplossing in plaats van een alternatieve gelijke oplossing voor geharmoniseerde normen;
  • de EC verzoeken om een ​​flexibel mechanisme in te stellen om de lijst van essentiële kenmerken bij te werken wanneer zich tijdens de ontwikkeling van een geharmoniseerde norm in het kader van een normalisatieverzoek nieuwe technologische ontwikkelingen of specifieke behoeften voordoen;
  • vragen aan de EC om de exacte producten en het beoogde gebruik (indien nodig) te specificeren waarvan wordt voorgesteld om ze uit te sluiten en verzoek:
    • dat sanitaire toestellen onder de reikwijdte van de herziene CPR vallen;
    • de EC om in samenwerking met de lidstaten, het Europees Parlement en alle relevante belanghebbenden de uiteindelijke reikwijdte te bepalen;
  • streven naar een wijziging van artikel 34, lid 4, zoals weergegeven in bijlage 1, met betrekking tot "betaalbare prijs" om verkeerde interpretaties te voorkomen;
  • de EC oproepen om EN 15804 te beschouwen als de referentiemethode voor de berekening van de milieuprestaties van bouwproducten en EN 15978 als de referentiemethode voor de berekening van de milieuprestaties van bouwwerken.

De volledige tekst van de reactie van CEN en CENELEC zoals ingediend is hier te vinden op de website van de Europese Commissie.

Bron: CENELEC

III. RECENT TOEGEVOEGD

Op regelmatige basis worden praktijkdocumenten toegevoegd aan INNIwise. Deze week toegevoegd:

nieuwsoverzicht 11 - 15 juli (wk 28)

Uw browser wordt niet ondersteund. Update uw browser voor meer veiligheid, snelheid en om deze site optimaal te kunnen gebruiken.