Corona: 1/3 van de werknemers werkt van thuis uit, maar wat bij een arbeidsongeval?
Door de corona-pandemie worden vele werknemers verplicht om thuis te werken. Hoe zit dat; een ongeval en thuiswerken?
Structurele of occasionele vormen van thuiswerk?
Door de corona-maatregelen verplichtte de overheid de bedrijven tot telewerk, in de volksmond meestal ‘thuiswerk’ genoemd. Hierdoor zijn vele medewerkers vaak voor meerdere dagen per week buiten de bedrijfslocatie, in hun eigen woning aan het werken. Bij dit thuiswerk moet er een onderscheid worden gemaakt tussen structureel en incidenteel thuiswerk.
Er is sprake van structureel thuiswerk indien dit op regelmatige basis wordt georganiseerd en dus niet-incidenteel gebeurt. Structureel thuiswerk is gereglementeerd door een collectieve arbeidsovereenkomst (cao nr. 85 & 85bis). Volgens deze CAO van 9 november 2005, algemeen bindend verklaard door het KB van 13 juni 2006, is telewerk een vorm van organisatie en/of uitvoering van het werk waarbij – in het kader van een arbeidsovereenkomst (vastgesteld bij addendum hieraan) – werkzaamheden worden uitgevoerd die ook op de bedrijfslocatie van de werkgever zouden kunnen uitgevoerd worden en die op regelmatige basis en niet incidenteel buiten de bedrijfslocatie worden uitgevoerd. Dit document preciseert niet alleen de plaats in de woning die gebruikt wordt voor het thuiswerk, maar ook het uurrooster. Ontbreekt dit laatste, dan gelden de normale uren die de werknemers in de bedrijfsruimtes van de werkgever presteren. Er is een uitdrukkelijke vermelding van thuiswerk vereist in de arbeidsovereenkomst van de betrokken werknemers met vermelding van de dag, plaats en tijdspanne van het werk. Sinds 2009 geniet de thuiswerker bij structureel thuiswerk bij een ongeval automatisch het vermoeden dat het om een arbeidsongeval gaat.
Een heikel punt bij thuiswerken zijn de overuren. Wie een ongeval heeft buiten de vooropgestelde werkuren is niet altijd verzekerd door de arbeidsongevallenverzekering. Iemand die tijdens een werkpauze het gras maait en zich verwondt, is vanzelfsprekend niet verzekerd. De kinderen naar school brengen of van school halen, valt echter wel binnen de werkuren. Veel minder duidelijk is het wanneer de werknemer bijvoorbeeld zelf beslist om al om 6 uur 's morgens te beginnen werken terwijl dit officieel pas vanaf 8 uur is. Indien er dan een ongeval gebeurt, kan er een probleem zijn. Als de thuiswerker op eigen initiatief overuren presteert zonder dat dit gegrond is, dan doet hij dat op eigen risico.
Bij incidenteel of occasioneel thuiswerk laat de werkgever zijn werknemers sporadisch thuiswerken. Dit gebeurde tot voor kort buiten enig wettelijk kader. Sinds de invoer van de nieuwe wet Werkbaar en Wendbaar Werk van minister Peeters op 1 februari 2017 hebben werknemers echter het recht om van thuis uit te werken bij overmacht (bijvoorbeeld extreem winterweer) en bij dringende persoonlijke redenen (bijvoorbeeld een doktersafspraak) mits voorafgaandelijk akkoord van de werkgever. Bij occasioneel thuiswerk bestaat er geen expliciete overeenkomst tussen werkgever en werknemer en dit betekent dat de werknemer in dit geval niet geniet van het automatische vermoeden.
Deze benadeling bij occasioneel thuiswerk kan worden opgevangen op twee manieren:
- Wie in de huidige situatie van de corona-pandemie, verplicht via hogervermeld Ministerieel Besluit, occasioneel moet thuiswerken, doet er dan ook goed aan om dit door de werkgever te laten bevestigen op papier of via mail en daarin duidelijk plaats en uurrooster te laten vermelden.
- Een waarborguitbreiding voor thuiswerk: om het risico op te vangen dat een ongeval dat als arbeidsongeval wordt aangegeven, maar door de arbeidsongevallenverzekeraar als dusdanig geweigerd wordt bij gebrek aan bewijs dat het ongeval zich voorgedaan heeft tijdens de uitvoering van de overeenkomst, wordt een facultatieve uitbreiding (aanvullende dekking) voorzien in de arbeidsongevallenpolis. Deze aanvullende dekking onder de benaming “thuiswerk” is van gemeenrechtelijke aard omdat de Wet op de Arbeidsongevallen strikt genomen niet van toepassing is. Weliswaar worden de vergoedingen in belangrijke mate berekend met verwijzing hiernaar. Dit maakt het mogelijk om ook een arbeidsongevallenaangifte in te dienen naar aanleiding van een ongeval dat een werknemer thuis overkomt op eender welk ogenblik van de dag terwijl hij arbeidsprestaties levert.
Door de corona-pandemie kan men hier dus spreken over incidenteel of occasioneel thuiswerk voor werknemers aangezien zij dit voorheen niet deden. Occasioneel doordat er sprake is van overmacht en dit in combinatie met het feit dat er geen bepalingen in de arbeidsovereenkomst hierover zijn opgenomen. Niettegenstaande dit thuiswerk incidenteel is, is er wel ‘een structureel karakter’ doordat de werknemers regelmatig, dit is bijna al de dagen van de week, thuis zijn. Dit structureel karakter – het feit dat al de dagen van de week van thuis uit wordt gewerkt – is niet hetzelfde als de definitie van ‘structureel thuiswerk’ uit de CAO.
Voor werknemers die vóór de corona-pandemie reeds thuiswerkten, zullen er in regel bepalingen zijn opgenomen in de arbeidsovereenkomst en stelt er zich in principe geen probleem.
Bewijslast arbeidsongeval moeilijker bij thuiswerk
Elke werkgever is verplicht om een arbeidsongevallenverzekering af te sluiten. Deze arbeidsongevallenverzekering voorziet in de vergoeding van ongevallen overkomen aan werknemers tijdens en door de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. Bij ieder arbeidsongeval op de arbeidsplaats is er een wettelijk vermoeden dat het een arbeidsongeval is. De klassieke regels van de burgerlijke aansprakelijkheid zijn dan niet van toepassing (fout, schade en oorzakelijk verband). Deze wettelijke bewijsregels en vermoedens gelden eveneens voor werknemers die telewerk verrichten.
Er wordt namelijk bepaald dat het ongeval dat ook de telewerker overkomt, behoudens tegenbewijs, geacht wordt overkomen te zijn tijdens de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst:
- wanneer het ongeval gebeurt op de plaats of de plaatsen die de telewerker schriftelijk heeft gekozen als de plaats(en) om zijn werk te verrichten;
- wanneer het ongeval gebeurt tijdens de periode van de dag die schriftelijk voorzien werd als de periode waarin arbeid kan verricht worden. Bij ontstentenis van dergelijke vermelding in de schriftelijke overeenkomst, zal het vermoeden van toepassing zijn tijdens de werkuren die de telewerker zou moeten presteren indien hij in de lokalen van de werkgever zou werken. Bij thuiswerk wijzigt de gebruikelijke arbeidsplaats en daardoor is het moeilijker aan te tonen dat het ongeval gebeurde tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. Bovendien zijn er bij thuiswerk meestal geen getuigen aanwezig.
Gezien het probleem van bewijsvoering – de grens tussen de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en activiteiten van het privéleven is immers niet altijd duidelijk – wordt dus een vermoeden voorzien in het voordeel van de werknemer. Voor structureel thuiswerk werd een aanpassing van de wet op de arbeidsongevallen doorgevoerd om de structurele thuiswerker beter te beschermen. Deze aanpassing houdt in dat automatisch verondersteld wordt dat het ongeval zich tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voordeed, indien het gebeurde op de dag, plaats en binnen de tijdspanne vermeld in de individuele arbeidsovereenkomst. Bij alle andere vormen van thuiswerk moet het slachtoffer nog steeds het bewijs leveren.
Conclusie
Door de corona-pandemie kan men dus spreken over incidenteel of occasioneel thuiswerk voor werknemers die dit voorheen niet deden. Bij dit incidenteel of occasioneel thuiswerk zijn er geen bepalingen in de arbeidsovereenkomst opgenomen over thuiswerk en worden de afspraken naar plaats en tijd van dit thuiswerk best schriftelijk bevestigd. Voor werknemers die vóór de corona-pandemie al thuis werkten, zullen er in principe in de arbeidsovereenkomst hieromtrent bepalingen zijn opgenomen. Voor deze laatste werknemers is er bij thuiswerk dus geen probleem.
Jan Dillen